Informatie
Follow us:
Share:
Vaccineerbare ziektes - Kattenziekte
Like onze Facebook-pagina Brave en Hector voor tips om uw viervoeters gezond te houden!
Snelle toegang
Wat is kattenziekte?
Kattenziekte is een ernstige, zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. Vooral kittens kunnen heel erg ziek worden wanneer ze worden besmet.
Het virus dat kattenziekte veroorzaakt vermenigvuldigt zich in cellen van het lichaam die snel delen, zoals die van het beenmerg (vooral witte bloedcellen en bloedplaatjes) en de darmen. Hierdoor worden bij besmetting welpaalde problemen gezien, zoals braken, diarree en een sterk verzwakte immuniteit.
Een groot deel van de katten die besmet raakt zal uiteindelijk aan de ziekte sterven. Gelukkig zijn er vaccins beschikbaar die goed tegen de ziekte beschermen.
Kan mijn kat besmet raken?
Alle katten die niet zijn gevaccineerd lopen wel degelijk risico op kattenziekte. Alle leeftijden zijn gevoelig, al wordt ziekte en sterfte het vaakst gezien bij kittens.
Dieren met kattenziekte verspreiden het virus op verschillende manieren, maar in belangrijke mate via de ontlasting. Andere katten worden vervolgens besmet door direct contact met een ziek of herstellend dier, ofwel indirect door contact met objecten waarop sporen van het virus te vinden zijn.
Wat zijn de ziekteverschijnselen van kattenziekte?
Eerst verliezen besmette katten hun eetlust. Ze krijgen gewoonlijk hoge koorts zien er duidelijk ziek uit. Enkele dagen later kunnen ze erg gaan braken,waarbij het braken op elk moment kan voorkomen, niet per se na het eten. Tenslotte krijgen geïnfecteerde katten diarree. Door de combinatie van braken en diarree drogen de dieren snel uit. Katten die enkel diarree hebben maar voor de rest een gezonde indruk maken hebben hoogst waarschijnlijk geen kattenziekte.
Daarnaast zal bij besmette katten de afweer sterk achteruit gaan. Het virus vermeerdert zich immers in witte bloedcellen, welke een belangrijke rol spelen in de immuniteit. Hierdoor neemt de kans toe dat deze dieren te maken krijgen met bacteriële en virale infecties.
Wanneer een drachtige poes geïnfecteerd raakt met het virus, verspreidt het zich naar de ongeboren kittens, waardoor de poes kan aborteren of kittens met hersenschade geboren kunnen worden.
Bij erg jonge kittens kunnen ook de kleine hersenen worden aangetast. Hierdoor kunnen de kittens hun coördinatie verliezen en kunnen ze last krijgen van spiertrillingen. Dit kan dus voorkomen bij kittens die tijdens de late dracht of op heel jonge leeftijd werden geïnfecteerd. Dat is enkel mogelijk indien het moederdier niet werd gevaccineerd, aangezien een poes tijdelijke immuniteit doorgeeft aan haar kittens.
Wat nu?
Als u denkt dat uw kat de ziekte heeft opgelopen, brengt u die onmiddellijk naar de dierenarts. Deze zal aan de hand van het verhaal (leeftijd, eventuele vaccinatie van de moeder, verloop van de symptomen) en het klinisch onderzoek een vermoeden van kattenziekte vaststellen. Dit kan dan worden bevestigd met behulp van een onderzoek op de ontlasting van het zieke dier.
Om kattenziekte te kunnen overwinnen moet uw dier onmiddellijk worden gehospitaliseerd, aangezien de behandeling heel erg intensief is. De kans op herstel is jammergenoeg niet erg groot, vooral bij jonge kittens.
Om de uitdroging ten gevolge van het braken en de diarree tegen te gaan zal ten eerste een infuustherapie worden opgestart. Daarnaast moet vaak ook een antibraakmiddel worden toegediend. Dit gaat gewoonlijk hand in hand met bloedonderzoek, waarbij ook de afwijkingen in het bloedbeeld kunnen worden rechtgezet.
Doordat de afweer van de kat zo is verzwakt, moet daarnaast ook een antibioticumkuur worden opgestart, zodat andere ziekteverwekkers geen kans krijgen om toe te slaan.
Kan kattenziekte voorkomen worden?
Kattenziekte is een heel ernstige aandoening. Het is dan ook veel beter om te voorkomen dan te genezen.
Uw kat kan worden beschermd tegen kattenziekte door deze eenvoudigweg te laten vaccineren. Uw dierenarts zal uw kitten gewoonlijk voor de eerste keer vaccineren op de leeftijd van 6 tot 8 weken. Daarna wordt om de 2 à 3 weken een herhalingsvaccin gegeven tot week 12-16. Op de leeftijd van een jaar wordt nog eens een boostervaccin gegeven, en daarna wordt nog om de 3 jaar opnieuw gevaccineerd.
Door te vaccineren ontwikkelt uw kat een goede en langdurige bescherming tegen kattenziekte. Bovendien geeft een gevaccineerde poes ook immuniteit door aan haar kittens, waardoor deze op jonge leeftijd niet ziek zullen worden.
Er zijn aangepaste vaccins beschikbaar om jonge kittens te beschermen die afkomstig zijn van een poes die niet werd gevaccineerd. Hierover kan uw dierenarts u verder adviseren.